Geen ander land in deze regio is zo afhankelijk geweest van koffie als El Salvador. Koffie is de motor voor de economie voor meer dan 100 jaar geweest. Zeker als je bedenkt dat 50% van het nationaal inkomen komt uit de verkoop van koffie. Daarom is niet voor niets de bijnaam voor koffie in El Salvador “El grano del Oro”– het gouden graan.
De oorsprong van de koffieteelt ligt in het begin van de 19e eeuw, toen werd koffie nog voor eigen gebruik verbouwd. Maar in het midden van de 19e eeuw zag men de potentie van koffie als exportproduct en groeide zij uit tot de belangrijkste steunpilaar van de economie. Het onderscheid tussen de welvaart van de elite in vergelijking met de arme boeren was groot. In tijden van crisis kon de elite het bolwerken en hadden de boeren het zwaar. Daarom is bijzonder dat El Salvador zijn koffieteelt zonder hulp van buitenaf heeft weten op te bouwen. Het land heeft prima condities om goede kwaliteit koffies te verbouwen en ondanks crisis op de wereldmarkt en interne gewapende conflicten heeft de koffie industrie weten te overleven.
Het moge duidelijk zijn dat oorlog slecht is voor de kwaliteit van de productie, maar nu de jaren van stabiliteit weer zijn aangebroken, is de kwaliteit van de koffieproductie weer omhoog geschoten. Veel boeren werken nu samen onder de Fair Trade vlag om zo hun inkomsten te verbeteren en zeker te stellen. Deze verbetering zorgt er ook voor dat de boeren weer herinvesteren om zo hun koffies naar een hoger niveau te tillen. Het bewijs dat dit lukt is de zien aan de lovende kritieken die de koffies onder de kenners nu oogsten.